Vlot geschreven boek over het leven van een Indische jongen. Denis du Trieux (1945) beschrijft de wonderbaarlijke magie van Indië, zijn school- en vlegeljaren, de tijd rond de coup, de overtocht, de stormachtige jaren zestig, een brute confrontatie met justitie, de militaire dienst en nog veel meer. Du Trieux ziet het Indisch zijn vooral ook als een middenpositie vanwaaruit het leven kalm op zijn waarde kan worden bekeken. Als rasechte' Tussenlander houdt hij ons met een milde glimlach een spiegel voor: doe wat meer Indisch en wat minder spastisch. Met enkele Nederlands-Indische recepten.